S&P500: De Indicator
Twee termen zullen deze week centraal staan: negatieve divergentie en Nie-OB-Nie. Aldus de slotzin uit de column van afgelopen maandag. Een aantal dagen later geldt deze stelling onveranderd. Het koersverloop van de S&P500 blijft fragiel ogen.
Nadat de S&P500 afgelopen maandag in haar eerste uren de zone 2072 netjes heeft getest, is de graadmeter verder doorgelopen. Ondanks de hogere koersen blijft de verwachting dat de index niet door op korte termijn de horizontale barrière rond 2135 weet te breken. Niet alleen de doji in de dag-grafiek is een aanwijzing dat het opwaartse momentum aan het opdrogen is. De RSI in de twee lagere tijdframes geeft ook duidelijke signalen af.
In de intra-daggrafiek lopen de toppen van de index en de RSI niet in lijn met elkaar. Daarnaast lukt het dezelfde indicator in de dag-grafiek maar niet om tot boven de OB-lijn uit te klimmen. Een ontwikkeling welke erop duidt dat een correctie aanstaande is. Het startpunt voor deze beweging wordt gegeven als de S&P500 onder de diagonaal oplopende lijn zakt die staat ingetekend.
De lijn staat getrokken rond 2100. De vraag is dus niet zozeer of, maar meer wanneer de graadmeter door deze steunpilaar zakt. Onder 2100 komen de oude niveaus van eerder deze week weer in beeld. Voor de volledigheid van deze column worden de niveaus herhaald: 2072 en 2063 respectievelijk.