Optieacademy: Opties, een veelzijdig instrument

Opties zijn een veelzijdig instrument, want je kunt er veel kanten mee op, van defensief tot speculatief. Zo kun je je portefeuille beschermen tegen het neerwaarts risico en anderzijds is het mogelijk om extra rendement te maken door gedekt (call)opties te schrijven. Het is evenwel belangrijk om de finesses van opties goed te kennen, voordat u er echt mee gaat handelen. OptieAcademy belicht in deze column de historie en basistheorie van call opties.

Historie van opties

De optiebeurs is de markt waar in opties wordt gehandeld. Al in de middeleeuwen werd er gebruik gemaakt van opties om toekomstige oogsten veilig te stellen. In de V.O.C. tijd werden optiecontracten op andere scheepsladingen gebruikt om het eigen transport risico te verkleinen. Het bekendste voorbeeld is de speculatie in opties op tulpenbollen in de Gouden Eeuw. De Tulpenmanie wordt door economen gezien als de eerste uitgebreid beschreven bubbel in de geschiedenis. In februari 1637 was een tulpenbol evenveel waard als een grachtenpand!

De start van de optiehandel begint in Chicago waar in 1973 de Chicago Board Options Exchange (CBOE) werd opgericht. In Nederland kon als eerste in Europa in opties gehandeld worden op de Amsterdamse optiebeurs, sinds 1978. Eerst kon er alleen maar in een paar aandelen alleen callopties gehandeld worden. Later is dit gestaag uitgebreid, met put opties en werd de looptijd van opties van 1 maand tot 5 jaar uitgebreid en opties op AEX-index. Momenteel zijn er ook week- en dagopties.

Nederland staat hoog aangeschreven in de optiewereld door de introductie van 5 jaars- en dagopties en door internationaal opererende marketmakersbedrijven, zoals Optiver, All Options en IMC. Deze bedrijven ‘maken een markt’ op de optiebeurs. Zij handelen geheel voor eigen rekening en risico en hebben een contract met een clearing, die zorgt voor de uitoefening van contracten, waardoor er geen ‘domino effect’ kan ontstaan als een marketmakersbedrijf omvalt.

Op de top van de markt, omstreeks 2001, waren ongeveer 1000 handelaren actief op de Optiebeurs, maar daar zijn nu nog weinig handelaren van over. Inmiddels is er bij grote handelsbedrijven op iedere handelaar ook een IT-er werkzaam. De handel is daarmee zowel fysiek als qua mentaliteit compleet veranderd.

Optietermen

Als optiebelegger is het vooral belangrijk om de contractspecificaties en optietermen te kennen die we nu de revue laten passeren. De volgende termen worden gespecificeerd in een optiecontract.

Optieklasse
Een optieklasse geeft alle call- en putopties aan die betrekking hebben op dezelfde onderliggende waarden.
Uitoefenprijs
De uitoefenprijs is de prijs waarvoor de onderliggende waarde moet worden geleverd (call) danwel afgenomen (put), wanneer de optie wordt uitgeoefend.
Optiepremie
De koper van een optie betaalt aan de verkoper (schrijver) van een optie een optiepremie. De optiepremie is van diverse factoren afhankelijk, zoals bijvoorbeeld de uitoefenprijs, de volatiliteit van de onderliggende, de afloopdatum en uiteraard de prijs van de onderliggende waarde zelf.
Uiterste houdbaarheidsdatum
Opties kennen een ‘uiterste houdbaarheidsdatum’, expiratiedatum genoemd. De normale maandopties expireren bijvoorbeeld op de derde vrijdag van de maand. Tegenwoordig zijn er ook weekopties en zelfs dagopties verhandelbaar. Na expiratie houden de opties op te bestaan. Aandelenopties kunnen worden uitgeoefend (omgezet in aandelen) indien ze waarde hebben.
Onderliggende waarde
De onderliggende waarde geeft aan op welk aandeel, index, obligatie of andere onderliggende waarde de optie betrekking heeft. Andere onderliggende waarden kunnen bijvoorbeeld zijn: valuta en grondstoffen.
Multiplier
De multiplier (vermenigvuldigingsfactor) geeft de hoeveelheid van de onderliggende waarde aan die moet worden geleverd c.q. afgenomen in het geval de optie wordt uitgeoefend. Voor aandelenopties in Nederland is de multiplier 100.

De multiplier is dus belangrijk bij de bepaling van de investering bij het kopen van een optie, danwel de bepaling van de ontvangen premie bij het schrijven van optie. Bij een optie met multiplier van 100 moet de premie dus worden vermenigvuldigd met 100, zoals in bovenstaande voorbeelden van €1 maal 100.